Privacyverklaring

Laadpalen plaatsen? Een paar aandachtspunten

12 september 2022
Tekst
Thomas Laureys
Beeld
Bart Massin (Stroohm) - foto Stroohm

Ondernemingen investeren meer in laadpunten op eigen terrein. Haast en spoed zijn zelden goed: begin er dus goed voorbereid en geïnformeerd aan, zo waarschuwt Bart Massin, de oprichter van Stroohm, een dienstenbedrijf voor elektrische wagenparken.

Bedrijfswagens met een verbrandingsmotor worden vanaf 2023 fiscaal minder interessant, ook hybrides. Vanaf 2026 komen alleen emissievrije auto’s nog in aanmerking voor het fiscale gunstregime. “Fiscaliteit heeft een enorme invloed op de toch al stijgende verkoop van elektrische auto’s”, zegt Massin. Daarom moet ook het aantal laadpunten bij bedrijven stevig worden opgevoerd.

Concrete cijfers zijn er niet. “We weten dat er 13.000 publieke laadpunten zijn. Je mag dit cijfer maal 5 doen om het aantal privélaadpunten bij bedrijven, kantoren en mensen thuis in te schatten”, zo schat Massin.

Kosten

De gemiddelde prijs van een installatie valt moeilijk te becijferen. “De kost van een gewoon laadpunt ligt tussen 750 en 3500€, afhankelijk van het model. Voor een snellaadpunt mag je maal 10, of meer, rekenen.” Maar diverse factoren kunnen de kosten opdrijven. “Onder meer de kabellengtes en de omvang van de graafwerken bepalen de totaalprijs.” Bedrijven die een installatie overwegen moeten dus offertes op maat vragen.

Investeringen in laadpunten komen wel in aanmerking voor premies en andere fiscale voordelen. “De investering in laadpalen en bekabeling voor parkeerplaatsen bij bedrijven is voor 200 procent fiscaal aftrekbaar. Op voorwaarde dat die laadpalen ook openbaar toegankelijk zijn”, aldus Massin.

Aandachtspunten

Massin raadt bedrijven aan te werken met een open systeem. “Zo voorkom je dat je als bedrijf vastzit aan één systeem. Zorg dat je kan wisselen van beheerssysteem, maar ook meerdere merken van laadpunten in één systeem kan beheren.” Bedrijven voorzien best ook bekabeling met het oog op de toekomst. “Alles opnieuw openbreken en verzwaren, is veel duurder dan in één keer voldoende capaciteit voorzien”, besluit Massin.